Inmiddels maken steeds meer afnemers gebruik van gegevens uit de BAG. Zo ook provincies als het aankomt op het bepalen van de woningvoorraad. Bij het monitoren van de woningbouwprogrammering baseren zij zich op het aantal in gebruik-zijnde (al dan niet ingemeten) verblijfsobjecten met woonfunctie. In de praktijk levert dit soms moeilijkheden op voor gemeenten. Op deze manier tellen namelijk ook verblijfsobjecten mee voor de woningvoorraad, terwijl dit geen woningen zijn in de zin van de wet ruimtelijke ordening (Wro). De vraag is in hoeverre de wetten BAG en ruimtelijke ordening zijn te verenigen.
Woningvoorraad of BAG?
Uit gesprekken in het land blijkt dat sommige BAG-beheerders geïnstrueerd worden om bepaalde typen verblijfsobjecten niet als zodanig af te bakenen en te registreren. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om panden die vanuit het bestemmingsplan gezien worden als één woning, terwijl de WOZ en BAG vanuit hun afbakeningsregels twee zelfstandige woonruimtes moeten afbakenen. Dit soort ‘ongewenste’ extra adressen tellen immers mee voor de woningvoorraad en dat zou ten koste gaan van het aantal te bouwen nieuwbouwwoningen. Het aan de kant schuiven van de BAG ten faveure van de woningvoorraad is echter onwettig en wat mij betreft ook onnodig.
Voor één van onze gemeentelijke klanten uit Gelderland heb ik een maatwerkafspraak rondom de woningvoorraad gemaakt met de provincie. Daarbij heb ik allereerst de definitieverschillen tussen de ‘woning’ zoals de Wro deze kent en het ‘verblijfsobject met woonfunctie’ uit de BAG vertaald naar de praktijk. De volgende objecten dienen in de BAG geregistreerd te worden als verblijfsobject met woonfunctie, zonder dat dit woningen betreffen voor de woningvoorraad:
- Apart woongedeelte met eigen voorzieningen binnen een woning;
- Object- of persoonsgebonden gedoogbeschikking voor bewoning recreatiewoning;
- Tijdelijke ontheffing bewoning van leegstaand kantoorpand (let op: discussiepunt!);
- Mantelzorgwoning;
- Tijdelijke woonunit.
Om te voorkomen dat bovengenoemde verblijfsobjecten meetellen voor de woningvoorraad hebben we binnen deze voorbeeldgemeente onze registratie hierop aangepast. Hierbij maken we onderscheid tussen mutaties op bestaande en het opvoeren van nieuwe verblijfsobjecten. In het laatste geval gebruiken we een apart format voor het adres. De BAG staat zes karakters toe voor het huisnummer, één letter voor de huisletter en vier karakters voor de huisnummertoevoeging. Dit geeft ons de volgende mogelijkheden:
- Mantelzorgwoning: ‘Kerkstraat 1 mant’
- Tijdelijke woonunit: ‘Kerkstraat 1 unit’
Het grote voordeel van het gebruik van een vast, apart format voor verblijfsobjecten met woonfunctie die geen ‘echte’ woningen zijn, is dat deze achteraf eenvoudig uit het BAG-bestand gefilterd kunnen worden. In principe kan deze methode ook toegepast worden op bestaande verblijfsobjecten. Denk bijvoorbeeld aan het verlenen van toestemming aan een eigenaar van een recreatiewoning om daar permanent te wonen. Het gebruiksdoel gaat dan van ‘logiesfunctie’ naar ‘woonfunctie’. Voor de hernummering van het bestaande adres zou het volgende format gebruik kunnen worden:
- ‘Kerkstraat 1 rec’
Gemeenten die meer terughoudend zijn met het hernummeren van bestaande adressen zouden dit soort objecten apart kunnen registreren. Dat kan door ze een met een plusgegeven te registreren in de BAG-applicatie. Ook kan hier een aparte kernregistratie voor worden opgezet. Zelf constateer ik een informatiebehoefte bij RO-afdelingen die niet bevredigd wordt door het stelsel van basisregistraties, waardoor een aparte kernregistratie wellicht een interessante optie is.
Door bovengenoemde manier van registreren, kan op ieder moment eenvoudig een lijst worden geproduceerd van verblijfsobjecten met woonfunctie die geen woningen zijn. Deze lijst kan de gemeente jaarlijks aanleveren aan de provincie als correctie op het standaard BAG-extract. Op deze manier blijft de woningvoorraad zuiver, terwijl ook netjes de wet BAG wordt uitgevoerd. Een ander bijkomend voordeel is dat mantelzorgsituaties en tijdelijke units in beeld blijven voor toezicht en handhaving. De BAG en het woonprogramma zijn dus prima te verenigen, al vraagt dit wel om interne afstemming tussen de vakgebieden BAG, informatiemanagement en RO enerzijds en externe afstemming met de provincie anderzijds.
Pieter Maessen, BRO Tegelen zegt
Geachte heer/mevrouw,
Kunt u svp aangeven voor welke gemeente u de maatwerkafspraken met de provincie heeft gemaakt? Wij zijn bezig met een notitie over verruiming van woonmogelijkheden in het buitengebied van een gemeente in Gelderland. Onze opdrachtgever kan dan in contact treden met de gemeente waarvoor u de maatwerkafspraken heeft gemaakt om ervaringen uit te wisselen.
Damir zegt
Hallo Pieter, i.v.m. discretie richting de betreffende gemeente heb ik per mail gereageerd op je bericht.